Wat doet de notaris (2)?

Wijziging van de overdrachtsbelasting

Wellicht leest u in de krant wel eens artikelen geschreven door mr. Nebbeling uit Maastricht. In deze artikelen geeft hij praktijkgevallen (anoniem) weer van hem en collega’s. Soms vrolijk, soms minder leuk, maar altijd informatief.

Per 1 januari 2018 bestaat het nieuwe huwelijksvermogensrecht. Sindsdien zijn er eigenlijk twee algehele gemeenschappen van goederen.

Bij huwelijken en geregistreerd partnerschappen gesloten voor 1 januari 2018 is er eenvoudigweg een gemeenschap van goederen, waarbij alles ‘op één hoop gegooid wordt’: schenkingen en erfenissen die één van de partners ontvangt, vallen in beginsel in de gemeenschap, tenzij de schenker of erflater een uitsluitings- of anti-schoonfamiliebepaling heeft opgenomen. Ook bezittingen die de ene partner voor het huwelijk al in eigendom had, bijvoorbeeld een huis, vallen in de gemeenschap. Net als schulden, zoals bijvoorbeeld studieschulden.

Dat dit in beginsel wel eens tot ongewenste gevolgen kon leiden, blijkt uit meerdere voorbeelden.

De student die voor 1 januari 2018 trouwde zonder huwelijkse voorwaarden bracht zijn studieschuld mee in de algehele gemeenschap en was in beginsel de helft van zijn schuld kwijt als het huwelijk werd ontbonden.

Een ander voorbeeld is die van de directrice van een sociale dienst in een grote stad. Zij was verantwoordelijk voor de uitkeringen, maar had zelf een vorstelijk salaris. Ook zij trouwde voor 1 januari 2018. Niet lang na het huwelijk overleed haar man en die bleek aanzienlijke schulden te hebben, waarvan zij niet op de hoogte was bij het aangaan van het huwelijk. De schulden van de man waren in de gemeenschap gevallen en mevrouw ‘mocht er voor opdraaien’. Ze kwam uiteindelijk in de wettelijke schuldsanering terecht en heeft 3 jaar moeten leven van minder geld dan haar cliënten gewend waren.

Om die algehele gemeenschap en ongewenste gevolgen van schulden te voorkomen werden er altijd al huwelijksvoorwaarden gemaakt, inhoudende de zogenaamde ‘koude uitsluiting’. Ieder behield het zijne of hare bij huwelijk of geregistreerd partnerschap en werd niet aansprakelijk voor schulden van de ander. Ook erfenissen en schenkingen bleven zo privé.

Door het gewijzigd huwelijksvermogensrecht sinds 1 januari 2018 vallen bezittingen en schulden, aangegaan voor het huwelijk of partnerschap, dat na 1 januari 2018 is afgesloten, in beginsel niet meer in de gemeenschap. Hetzelfde geldt voor erfenissen en schenkingen.

Sommige mensen concluderen hier uit dat de nieuwe wettelijke gemeenschap hetzelfde is als het hebben van huwelijkse voorwaarden. Dit is echter niet zo. Op grond van het (beperkte) huwelijksvermogensrecht valt een huis dat een partner al in eigendom had voor het huwelijk niet in de gemeenschap. Maar op grond van die wettelijke regeling gaan (onder meer) inkomsten die de echtgenoten tijdens het huwelijk verkrijgen wel tot de huwelijksgemeenschap behoren. Dit brengt met zich mee dat als één partner schulden heeft een schuldeiser van deze partner loonbeslag kan leggen op het loon van de andere partner. Een zogenaamd derdenbeslag. Om dit te voorkomen dienen (tijdig) huwelijkse voorwaarden te worden aangegaan.

Omgekeerd is het ook zo. Als je na 1 januari 2018 trouwt en je hebt al een eigen woning waarvan je wilt dat die in de (beperkte) gemeenschap valt, dien je huwelijkse voorwaarden op te maken.

Genoeg redenen om dus aan huwelijkse voorwaarden te denken voor het aangaan van een huwelijk en niet denken dat ‘alles is geregeld door de nieuwe beperkte gemeenschap’, zoals de overheid destijds heeft voorgespiegeld.

logo_alsea_notariaat

Verstandig, voor nu en later!